Over Chiro, champignons en ChatGPT

Het verhaal van Raf Kinet, managing partner bij Offimac

Geen sector die de afgelopen decennia grotere sprongen vooruit maakte dan IT. Een bedrijf dat Tia Hellebaut-gewijs mee sprong, was Offimac. Wellicht geen toeval, aangezien zowel de Olympische kampioen als Offimac hun oprichtingsjaar 1978 delen. Daarmee is het bedrijf – en ja, jij ook Tia – ouder dan de IT-sector zelf. Aan gespreksstof geen gebrek dus, wanneer we de verbale degens kruisen met managing partner Raf Kinet. Wat volgde, was een gesprek over de Chiro, champignons en vogelen. Oh, en tussendoor passeerde natuurlijk ook de historiek van Offimac de revue.

En zoals gezegd begon die in 1978. Na jaren gewerkt te hebben voor Olympia, een Italiaanse producent van kantoormachines, besloten Luc en Henry om in te gaan op een aanbod om diezelfde machines te verkopen als zelfstandige agentuur. Offimac was geboren.

“Offimac stond voor ‘office machines’. Luc en Henry verkochten allerlei kantoormachines, wat je vandaag hardware zou kunnen noemen. Dat doen we overigens nog steeds, maar dan de moderne equivalenten daarvan uiteraard,” vertelt Raf Kinet. “Hardware was enkele jaren de hoofdfocus van Offimac, tot 1982. Voor IT is dat het jaar nul. Niet alleen lanceerde IBM de eerste personal computer, ook Microsoft werd dat jaar boven de doopvont gehouden. Maar dichter bij huis had ook Offimac het digitale licht gezien. Ze waren een van de eersten in Limburg die in 1982 software begonnen te schrijven, en zichzelf positioneerden als pioniers in de IT.”

“Wat volgde, was een systematische verschuiving van het verkopen van hardware naar het aanbieden van meer en meer software. In de jaren 80 en 90 kocht je een computer, wat toen erg duur was. Software kreeg je er bij wijze van spreken bij. Vandaag is het omgekeerd: je koopt vooral software, en de PC komt er als het ware bij. Toch een opmerkelijke verschuiving.”

Instap

“In 1996 kwamen Luc en Henry in contact met een Deense firma, die een ERP-systeem had ontwikkeld. Dat heette Navision. Offimac was één van de eerste Belgische verdelers van dat systeem, wat een doorslaand succes bleek.”

“Zo’n succes dat het Deense bedrijfje enkele jaren later, in 2002, een bom geld kreeg van Microsoft. Op dat moment had ik een bedrijf in Gent, dat we later aan Cegeka verkochten. Die overname van Navision door Microsoft was voor mij de concrete aanleiding om in te stappen bij Offimac. Luc was op dat moment al buiten beeld, en na veel vijven en zessen kwamen die aandelen bij mij en mijn zakenpartner terecht.”

“Offimac stond er financieel niet goed voor op dat moment. Want veel bedrijven investeerden eind jaren ‘90 in IT, en nogmaals in 2000 toen we met z’n allen overschakelden op de Euro. Maar daarna was zowel de behoefte als het geld voor IT-investeringen op bij veel bedrijven, waardoor Offimac verlieslatend werd en te koop werd gezet. Een opportuniteit met een risico, want dat betekende dat we als nieuwe eigenaars financieel alles zelf moesten zien te regelen. Banken waren op dat moment niet geneigd om geld te lenen. We moesten zelf oplossingen zoeken.”

Ondernemersbloed

“Of ondernemen in mijn bloed zit? Goh, ik kreeg de microbe alvast niet van thuis mee. Mijn ouders waren alvast geen ondernemers, en waren dan ook verbaasd dat ik die weg wél insloeg. Ik denk dat mijn ondernemerschap begon bij de Chiro, waar ik vanaf mijn zesde lid van was. Leren je plan trekken, aanpassen aan nieuwe situaties, samenwerken en dingen regelen… Dat zijn eigenschappen die je daar leert.”

“Daarnaast ontwikkelde ik als kind een passie voor vogels. Ik begon op 12 jaar gele kanaries te kweken. En ik leerde op die manier over budgetbeheer door vogels te kopen en verkopen, deed mee aan tentoonstellingen en won prijzen. Je zou dat marketing, productie en verkoop kunnen noemen. Nog een belangrijke factor: mijn grootouders waren garagisten in Zichen-Zussen-Bolder, in de champignonstreek. Ik ging als kind vaak bij mijn grootmoeder eten, en daarna bijna altijd naar de fabriek daartegenover die van mijn oom was. Zij maakten die typische blauwe plastic bakjes voor champignons en fruit. Ik zat graag in de fabriek en ging met mijn oom vaak mee naar klanten. Want de baan op gaan en zaken doen, dat vond ik pas echt interessant. Al die ervaringen stuwden me later richting het ondernemerschap.”

“Hoe ik in de IT terechtkwam? Wel, ik studeerde handelsingenieur en wilde per se stages in de verkoop in het Frans doen. Via die plasticfabriek kwam ik bij een Franstalige dorpsgenoot terecht, die sales director was bij een IT-bedrijf in Zaventem en die me met zijn verkopers mee de baan op liet gaan. Dat was een fantastische en leerrijke tijd! Ik had nooit goede punten voor IT en kon niet goed programmeren – nog altijd niet trouwens – maar ik leerde er wel de sector kennen en professioneel omgaan met klanten. Ook mijn eerste baan was ook in de IT, in de sales.” 

“Op een gegeven moment dacht ik tijdens mijn eerste job: dit kan ik beter. Met knikkende knieën stapte ik het kantoor van Jos binnen, mijn baas. Ik vertelde dat ik zou vertrekken om mijn eigen bedrijf op te starten, dat zou concurreren met zijn bedrijf. Die was daar uiteraard niet blij mee, maar waardeerde mijn eerlijke directheid. Wat ik nog altijd knap van hem vind. Met diezelfde Jos zou ik enkele jaren later de aandelen van Offimac overkopen trouwens.”

Wendbaarheid

“In een sector die zich zo stormachtig ontwikkelt, is wendbaarheid één van de belangrijkste eigenschappen die je moet hebben als ondernemer. Dat geldt trouwens niet enkel voor IT, maar eigenlijk voor elke sector. En dat is geen eenvoudige opgave. Vooral voor jonge ondernemers is het een uitdaging. Als je vandaag een bedrijf start, krijg je mijn respect. Je moet niet alleen je product of dienst ontwikkelen, maar het ook op de markt brengen. Kennis hebben van financiën en juridische zaken, mensen kunnen aansturen en goed kunnen pitchen… Dat zijn veel dingen die je moet kunnen.”

“In mijn tijd was het allemaal wat eenvoudiger en ging het minder snel. Vandaag kan je een idee hebben, morgen succesvol zijn en overmorgen failliet gaan. Je hebt niet altijd de tijd om de impact van iets volledig in te schatten. Vijf jaar geleden kon je je concurrenten nog in kaart brengen, maar nu is dat veel moeilijker. Er kan bijvoorbeeld een topspeler in China of India zijn, waarvan je niet eens weet dat-ie bestaat. Langs de andere kant zit de wereld vandaag vol met opportuniteiten, maar je moet wel van veel markten thuis zijn.” 

“Neem bijvoorbeeld de Cordacampus, waar ontzettend veel start-ups bij elkaar zitten. Iedereen is op zoek naar de volgende populaire app. Er is veel geld om die te ontwikkelen, maar het vinden van een markt die je product wil afnemen, is volgens mij de grote uitdaging.”

“Dus aan alle jonge ondernemers die erin slagen: petje af!”

Alleen Elvis blijft bestaan

“Met mijn 30 jaar ervaring in de IT-wereld heb ik veel trends zien komen en gaan. Zoals Luc Devos zou zeggen: ‘alleen Elvis blijft bestaan’. Naarmate je ouder wordt, kun je dingen beter relativeren. In IT bewegen we van de ene hype naar de andere. AI is momenteel zo’n hype, drie jaar geleden had iedereen de mond vol van blockchain. Nu hoor je daar nauwelijks nog iets over.”

“Als wij bij Offimac durven zeggen dat we niet met AI bezig zijn, worden we bijna als aliens bekeken. Tegenwoordig gaat het overal waar je een voet durft binnenzetten over ChatGPT, zelfs op café. Nu: ik geloof rotsvast dat AI belangrijke veranderingen teweeg zal brengen, en natuurlijk zijn we daar ook mee bezig. Maar de basisprincipes van ondernemen blijven hetzelfde.”

“Voor mij persoonlijk blijft de ambitie om te ontdekken hoe we onze software internationaal kunnen vermarkten. Dat is iets waar ik al jaren mee bezig ben. Het moeilijkste deel is niet het ontwikkelen van de software, maar het vinden van klanten. Mijn doel is om tegen 2025 in vier landen software te verkopen, en tegen 2030 in hopelijk tien landen. Dat zou ik werkelijk fantastisch vinden.”

Terug 18

“Stel: ik ben opnieuw een jonge snaak van 18 jaar. Zou ik dan nog steeds kiezen voor de IT-sector, of misschien een andere richting zijn uitgegaan? Goeie vraag, al zou ik waarschijnlijk opnieuw voor IT kiezen. Ik had het ‘ongeluk’ goed te zijn in wiskunde, wat me al snel in een bepaalde richting duwde.”

“Dat wil echter niet zeggen dat ik mijn passie vond in het wiskundige. Wat me bijvoorbeeld aantrekt in IT, is niet de technische kant van bits en bytes, maar het vermogen om met technologie bepaalde doelen te bereiken, zoals bedrijfsdoelstellingen, processen en efficiëntie. IT is voor mij slechts een middel om die doelen te bereiken.”

“Ook tof: deze sector wordt gedreven door jonge mensen, wat het heel dynamisch maakt. Er is altijd vernieuwing en vooruitgang. En het is veel teamwork.”

Sportieve kroost

“Ik heb twee zonen van 14 en 16 die intensief handbal spelen. Dus naast Offimac breng ik veel tijd door met hen rondrijden naar wedstrijden. In mijn vrije tijd ben ik dus vaak bezig met mijn jongens. Maar zelf ben ik ook sportief: ik probeer toch 3 keer per week te lopen.”

“En mijn interesse in vogelen? Die heb ik nog steeds (lacht).”